Tagarchief: concurrentiebeding

Concurrentiebeding

Een arbeidsovereenkomst regelt vaak niet alleen de betrekkingen tussen een werkgever en werknemer gedurende het dienstverband, maar kan ook zien op de periode daarna.

In veel arbeidsovereenkomsten is een concurrentiebeding opgenomen. Dat zorgt er voor dat een werknemer na afloop van de dienstbetrekking niet zonder meer kan overstappen naar een directe concurrent van de werkgever. Mits schriftelijk vastgelegd met een meerderjarige werknemer is een dergelijk beding rechtsgeldig.

De meeste werkgever denken er voor het sluiten van een schriftelijke arbeidsovereenkomst met een directeur, manager of sales-agent wel aan om een concurrentiebeding te maken, maar vergeten dat er gedurende het dienstverband zodanige veranderingen kunnen plaatsvinden dat een eerder afgesproken concurrentiebeding niet meer geldt. Een concurrentiebeding dat bijvoorbeeld is overeengekomen met iemand die in het jaar 2002 als verkoopmedewerker in dienst is getreden, dient niet meer als rechtsgeldig te worden beschouwd als diezelfde werknemer in 2009 is doorgegroeid naar een functie van manager R&D en als zodanig zijnĀ ontslagĀ indient.

Dat terwijl een 20 jaar oude arbeidsovereenkomst op zichzelf wel geldig is om het bestaan van een dienstverband aan te tonen.

Het gerechtshof in Leeuwarden heeft onlangs nog maar eens bevestigd hoe belangrijk het is dat bij functiewijzigingen, andere afspraken omtrent een concurrentiebeding worden gemaakt.

Als een beding zwaarder is gaan drukken kan het zijn geldigheid verliezen.

Volgens de Hoge Raad-uitspraak Brabant/Van Uffelen uit 1979 moet bij een functiewijziging van een werknemer een nieuw beding worden overeengekomen als de wijziging in de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard is, dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaat drukken. In zijn algemeenheid is niet te zeggen wanneer dat wel en wanneer dat niet het geval is.

Ook hier geldt het door juristen veel gebruikte adagium ‘dat hangt ervan af’.

De raadsheren uit Leeuwarden vonden uiteindelijk dat een functieverandering van hoofd bedrijfsbureau naar projectleider/calculator bij een bedrijf dat drijvende woningen (arken) bouwt, niet van zo ingrijpende aard was dat een nieuw beding op zijn plaats was.

De werkgever had geluk, de werknemer die bij een concurrent wilde werken mocht aan het oude beding gehouden worden.

Maar uit het arrest blijkt toch ook wel dat de werknemer (lees: zijn advocaat) niet erg goed beslagen ten ijs kwam. De vordering van de werknemer werd namelijk ook afgewezen omdat er geen enkele onderbouwing was aangedragen.

Wie stelt moet immers bewijzen.

En wie dat nalaat hangt zomaar in de touwen van de juridische boksring.